Oudengels, of Angelsaksisch, werd van de 5e tot de 11e eeuw gesproken in delen van Engeland en Schotland. Het is een sterk verbogen taal met complexe grammatica en een rijke woordenschat, wat het behoorlijk anders maakt dan modern Engels. Het begrijpen van de grammatica, historische context en woordenschat is essentieel voor een nauwkeurige vertaling van Oudengels.